Handhavingsverzoek Rijkswaterstaat West Nederland-Noord m.b.t. niet naleven Projectplan Waterwet Dijkversterking Marken

Betreft: Handhavingsverzoek Rijkswaterstaat West Nederland-Noord m.b.t. niet naleven Projectplan Waterwet Dijkversterking Marken

Geachte handhaver van de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (IL T),

Na informeel overleg over bovengenoemde zaak op IL T-locatie Utrecht d.d. 24 juli 2023 is geadviseerd een formeel verzoek tot handhaving bij u in te dienen. Bij dat overleg waren aanwezig:

-dhr. W. van Berkel (teamleider Team lnfra IL T)
-dhr. R. Afman (adviesjurist IL T)
-dhr. M. de Beus (beleidsadviseur IL T)
-dhr. J. Zeeman (voorzitter werkgroep Dijkversterking Marken Eilandraad)
-dhr. J Boes (adviseur Eilandraad en lid werkgroep Dijkversterking)

Daarom ontvangt u nu dit handhavingsverzoek. Wij beogen daarmee onomkeerbare processen bij het ontwerp en de uitvoering van de dijkversterking Marken te voorkomen. Het ontwerpproces van de aannemer loopt immers al anderhalf jaar en de uitvoering is aanstaande in 2024.

Stichting Eilandraad Marken als belanghebbende aanmerken

Als stichting Eilandraad Marken vormen wij de dorpsraad van het voormalige eiland Marken. Conform artikel 1 :2 lid 3 van de Algemene Wet Bestuursrecht zijn wij belanghebbende bij dit Projectplan. Zowel onze doelstellingen als feitelijke werkzaamheden geven daar aanleiding toe. In dat verband verwijzen wij naar onze website www.eilandraad.nl en dan in het bijzonder naar wat u kunt vinden onder de knop ‘Over ons’. Hier vindt u onze Statuten maar ook de Toekomstvisie met daarin een hoofdstuk over de dijkversterking (zie blz. 50 t/m 53).

Ook zijn wij als formeel belanghebbende aangemerkt op basis van onze zienswijze op het toenmalige Ontwerp Projectplan. In de Nota van Antwoord bij vraag 10.1, welke onderdeel is van het goedgekeurde Projectplan, kunt u lezen dat wij worden aangemerkt als formeel belanghebbende.

Wat is er aan de hand?
Op hoofdpunten wordt niet voldaan aan het Projectplan Waterwet Dijkversterking Marken, Zuidkade en Westkade d.d. 24 april 2020 met nummer 31120987. Dat betreft de positie, de hoogteopgave en de bekleding van het buitentalud van de dijk. Ten gevolge van die afwijkingen worden er tijdens de uitvoering en in de definitieve situatie diverse nieuwe risico ’s geïntroduceerd en zijn bepaalde meekoppelkansen minder goed mogelijk.

Handhavingsverzoek blijkt nodig

Wij dienen door middel van deze brief vanuit de hoedanigheid van stichting Eilandraad Marken dus eèn handhavingsverzoek bij u in. Dit in verband met het in onze ogen niet naleven van het Projectplan Waterwet Dijkversterking Marken. Dit Projectplan is 12 mei 2020 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Het goedkeuringsbesluit is 28 mei 2020 gepubliceerd in de Staatscourant (29001 ).

Dit handhavingsverzoek blijkt nodig omdat Rijkswaterstaat West Nederland Noord na intensief overleg met ons van mening blijft dat zij wel conform het Projectplan de dijk door haar aannemerscombinatie laat ontwerpen. We zijn het ondertussen eens dat we het oneens zijn. Daar liggen vele mails en verslagen van overleggen aan ten grondslag. Een onafhankelijke partij als de IL T kan uitkomst bieden om uit deze impasse te komen en daarmee te komen tot een toekomstbestendige waterveilige dijk die voldoet aan de eisen van ruimtelijke kwaliteit.

Status Kader Ruimtelijke Kwaliteit (KRK) en Esthetisch Programma van Eisen (EPVE)

Dit zijn twee belangrijke documenten die de revue passeren tijdens de overleggen met Rijkswaterstaat over het wel of niet toestaan van stortsteen als bekleding van het buitentalud. Wij lezen hierover het volgende in het vastgestelde Projectplan Waterwet:

Citaat blz. 1 O:

Bij het Projectplan behoren de volgende onderliggende rapportages:
• Milieueffectrapport Dijkversterking Marken 2018, met

o deelrapport Natuur, inclusief Passende Beoordeling;
o deelrapport Archeologie;
o deelrapport Ruimtelijke Kwaliteit en Cultuurhistorie;
o deelrapport Bodem en zetting ;
o deelrapport Duurzame leefomgeving.

• Kader Ruimtelijke Kwaliteit
• Notitie Ruimtelijke Ontwerpcriteria
• Versterkingsopgave Marken; Bepaling dijkversterkingsopgave van de Omringkade van Marken, Rijkswaterstaat 2015

Citaat blz. 38:
Voor het behoud van het historisch landschap vormt het opgestelde Kader Ruimtelijke Kwaliteit de basis. Hierin is onder meer de voor Marken kenmerkende openheid vastgelegd . Dit is in het ontwerp als uitgangspunt gehanteerd. Dit betekent niet dal alles wat nu waardevol is behouden kan blijven; een nieuwe dijk is noodzakelijk en de oude dijk wordt grotendeel.s verwijderd. Wel is het ontwerp in hoge mate gebaseerd op de uitgangspunten voor ruimtelijke kwaliteit, waardoor de historische context van het landschap (het kleine eiland dat .zich aanpast aan de omstandigheden van het water) behouden blijn. Binnen het reali.satiecontract ls dit uitgewerkt in een Esthetisch Programma van Eisen.

Wij stellen daarbij vast dat het KRK onderdeel is van het Projectplan en het EPVE niet. Het EPVE staat immers niet in de opsomming op blz. 10. Dat zou ook niet logisch zijn omdat op blz. 38 staat dat het EPVE een uitwerking is binnen het realisatiecontract. Verder is het niet logisch omdat het EPVE als datum 13 juni 2019 heeft en dat is na het ter inzage leggen van het Ontwerp-Projectplan Uanuari 2019) en voor het ter inzage leggen van het vastgestelde Projectplan (mei 2020). Los daarvan is het EPVE een nadere uitwerking van het KRK en mag daar niet strijdig mee zijn.

Welke stappen zijn reeds gezet?

Gezamenlijk met Rijkswaterstaat is in januari 2023 een plan van aanpak vastgesteld met daarin diverse onderlinge afspraken. Eén van die afspraken is het vragen van een onafhankelijke toets bij de Deltacommissaris door de Eilandraad met ondersteuning van de gemeente Waterland. Daar werden we doorverwezen naar Provincie Noord-Holland die op hun beurt ons weer doorverwees naar de IL T. Deze toets is cruciaal voor het vaststellen van het definitief ontwerp.

Ondertussen heeft Rijkswaterstaat samen met de aannemerscombinatie Hof op Marken in de 2e week van augustus 2023 op Marken een bewonersbrief huis aan huis verspreid. Daarin wordt een informatiemarkt aangekondigd voor 16 oktober 2023 waar onder meer getoond gaat worden hoe het definitief ontwerp van de dijk eruit ziet. Naar verwachting is dat het ontwerp waarvan wij vinden dat deze niet voldoet aan het Projectplan Waterwet. Deze verwachting baseren wij op de in 2023 gevoerde overleggen, maar vooral ook op het verslag van de voorgaande informatiemarkt van 30 januari 2023 (gepubliceerd op 17 april 2023). Daarin staat onder meer dat er alleen nog ruimte is voor optimalisatie van recreatie- en natuurvoorzieningen en dus niet van het ontwerp van de dijk zelf.

Welk ontwerp moet er door de ILT worden getoetst?

Zoals besproken tijdens het hierboven gememoreerde overleg d.d. 24 juli 2023 zal de ILT na ontvangst van dit handhavingsverzoek stukken bij Rijkswaterstaat opvragen van onder meer het ontwerp van de dijk. Of dit tijdens diverse overleggen aan ons getoonde presentaties zijn van de aannemerscombinatie Hof op Marken of al een definitief ontwerp zal dan blijken.

Wachten met dit handhavingsverzoek op de bewonersbijeenkomst van 16 oktober is gezien de urgentie van dit dossier geen optie. Daarom ontvangt u reeds nu dit handhavingsverzoek. Wij beogen immers onomkeerbare processen bij het ontwerp en de uitvoering van de dijkversterking Marken te voorkomen. Verder willen wij conform het samen met Rijkswaterstaat vastgestelde plan van aanpak zo snel mogelijk een onafhankelijk advies hebben die mogelijk resulteert in passende handhaving. Wij vragen u daarom dit handhavingsverzoek binnen de formele termijn van 8 weken af te handelen. Wij zijn ons ervan bewust dat het opvragen van gegevens en doorgronden daarvan de nodige tijd vraagt.

Overleg met toekomstig beheerder Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Een andere afspraak uit het plan van aanpak is om samen met Rijkswaterstaat een dijk van de toekomstig beheerder Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier te bezoeken en daar het onderhoud van een dijk met stortsteen op het buitentalud te bespreken. Dat bezoek aan een dijkvak van het Markermeer ter hoogte van Oosterleek was op 7 juli 2023.

Dat bezoek heeft onze zorgen alleen maar vergroot. Er blijken namelijk nergens dijken langs het Marker- en IJsselmeer te zijn waar stortsteen wordt toegepast op het buitentalud. Verder blijkt onderhoud van stortsteen, die normaal gesproken alleen aan de teen van de dijk ligt, uitsluitend te bestaan uit het verwijderen van beginnende struiken en bomen.

Uit ervaring op Marken blijkt dat aangespoelde plantenresten (vooral fonteinkruid) en ter plaatse groeiende planten na een aantal jaren zorgen voor een laag humusrijke teelaarde tussen de stenen die van invloed is op de ruwheid en daarmee golfoploop. Dit in de wetenschap dat de aannemer met stortsteen op het buitentalud streeft naar een zo laag mogelijke dijk. Dat beperkt namelijk de golfoploop en daarmee golfoverslag. De aannemer doet dat omdat zij haar inschrijfprijs hierop heeft gebaseerd. Verder doen ze dat om te voldoen aan de kwalitatieve gunningscriteria op het gebied van beperken CO2 uitstoot en beperken van uitputting van grondstoffen.

Is de zienswijze van de Eilandraad op het Ontwerp Projectplan wel volledig geweest?

De vraag dient zich aan waarom de Eilandraad bij het opstellen van haar zienswijze op het Ontwerp Projectplan Waterwet (d .d. 29 januari 2019, kenmerk 31120987) niet over de in dit handhavingsverzoek genoemde onderdelen aan de bel heeft getrokken. Het antwoord daarop is simpel. Het Ontwerp Projectplan gaf daar geen aanleiding toe.

Daarin werd conform onderstaand citaat zetsteen als bekleding van het buitentalud beschreven. Er bleek dus nergens uit dat stortsteen op het buitentalud toegestaan zou worden, nog los van het feit dat dit dus zeer ongebruikelijk is voor vergelijkbare dijken.

Citaat Ontwerp Projectplan Waterwet blz. 12:
Op basis van het Kader Ruimtelijke Kwaliteit is het buitentalud van zetsteen (met lokaal hergebruik van het basalt in de bestaande kade) en is het binnentalud bekleed met (bloem- of kruidenrijk) gras.

Wat betreft de positie van de dijk is er inderdaad sprake van indicatieve en richtinggevende maatvoeringen in het Projectplan. Echter afwijkingen blijven, zoals wij ook in onderstaand citaat uit het Ontwerp Projectplan konden lezen, beperkt tot enkele meters. Op basis daarvan konden we niet verwachten dat een buitendijkse versterking vooral op de bestaande dijk zou gaan plaatsvinden en er sprake zou zijn van veel meer dan enkele meters.

Citaat Ontwerp Projectplan blz. 8:
De Westkade wordt vanwege randvoorwaarden vanuit de natuurwetgeving (Habïtatrichtlijngebied) versterkt aansluitend aan de bestaande kade. Hierbij zal de uiteindelijke ligging maximaal enkele meters afwijken van wat in dit ontwerpProjectplan is aangegeven, binnen de in de Projectplan aangegeven randvoorwaarden.

Ook op basis van onderstaand citaat uit het Ontwerp Projectplan was het handhaven van de bestaande dijk als fundering voor de nieuwe dijk niet te verwachten. Daar wordt nadrukkelijk aangegeven dat nadat de nieuwe kade is gerealiseerd de bestaande kade wordt verwijderd.

Citaat Ontwerp Projectplan blz. 40:
De stabiliteit van de bestaande waterkering mag als gevolg van de werkzaamheden niet worden aangetast. Indien een nieuwe kade gerealiseerd is kan de bestaande kade worden verwijderd. De waterveiligheid van Marken moet daarbij altijd geborgd zijn.

Ook wat betreft dijkhoogte konden we op basis van onderstaande citaten niet verwachten dat een ontwerp zou worden toegestaan die lager is dan de aangegeven hoogteopgave.

Citaat Ontwerp Projectplan blz. 26:
Op basis van de herbeoordeling is de volgende versterkingsopgave vastgesteld. De Westkade heeft een hoogtetekort van circa 50 cm en een duidelijke opgave ten aanzien van de sterkte van deJen van de steenbekleding en een geringe opgave ten aanzien van de binnenwaartse macrostabiliteit. Daarnaast ligt er een beheer- en onderhoudsopgave op de overige delen van de steenbekleding, het binnentalud en het fietspad.

De Zuidkade heeft een hoogtetekort van meer dan 50 cm, over de hele lengte een aanzienlijk stabiliteitstekort en een opgave op de steenbekleding. Daarnaast spelen ook hier beheer- en onderhoudsopgaven.

Toets voorlopig ontwerp op het Projectplan door de Eilandraad d.d. 21 mei 2022

Ten behoeve van dit handhavingsverzoek verwijzen wij naar bijgaande mail aan Rijkswaterstaat van onze adviseur dhr. J. Boes d.d. 21 mei 2022. Deze mail is opgesteld ter voorbereiding op een overleg met Rijkswaterstaat om de geconstateerde afwijkingen in het op dat moment bekende voorlopig ontwerp ten opzichte van het Projectplan te bespreken. Dat voorlopig ontwerp bestond uit presentaties van de aannemerscombinatie getoond tijdens diverse overleggen. Helaas is deze mail van 21 mei 2022 nog steeds actueel omdat na ruim een jaar praten er geen enkele vooruitgang is geboekt op de punten waar dit handhavingsverzoek over gaat.

Na een belangrijke inleiding komen de volgende onderwerpen in deze mail aan de orde:

1) Buitenwaarts versterken en realiseren binnenberm
2) Hoogtes i.r.t. maximale golfoverslag van 5 I/s/m en zetting
3) Buitenbekleding
4) Rozewerf – Heuvel
5) Stranden Vuurtoren
6) Strand Zuidzijde Haven
7) Recreatieve voorzieningen Noordkade
8) Toegankelijkheid omringdijk tijdens de uitvoering

Punt 4 ‘Rozewerf – Heuvel’ blijft in principe buiten dit handhavingsverzoek omdat daar tot op heden nog onvoldoende duidelijk is wat het definitief ontwerp wordt. Gesprekken met de bewoners van Rozewerf lopen hierover al jaren waarbij de Eilandraad hen ondersteunt in de technische aspecten. Wij stellen voor om ook het ontwerp Rozewerf – Heuvel in het kader van dit handhavingsverzoek op te vragen bij Rijkswaterstaat. IL T kan dan zelf toetsen of dit ontwerp past binnen de uitgangspunten van het Projectplan Waterwet.

De punten 5 t/m 7 blijven sowieso buiten dit handhavingsverzoek omdat bij deze zogenaamde meekoppelkansen samen met Rijkswaterstaat en haar aannemerscombinatie goede stappen worden gezet in het ontwerpproces. Daar gaan we als het goed is de resultaten van zien tijdens de informatiemarkt van 16 oktober 2023. Wij gaan er daarbij vanuit dat de meeste ingebrachte punten worden verwerkt. De opmerkingen in de mail van 21 mei 2022 zijn nu niet meer van toepassing omdat achteraf bleek dat de door de aannemerscombinatie getoonde plaatjes slechts indicatief waren.

Punt 8 is wel relevant omdat dit deels een gevolg is van het onvoldoende buitenwaarts versterken zoals bij punt 1 nader wordt beschreven. Tegelijkertijd zijn wij, gegeven de situatie zoals die nu is, in gesprek met Rijkswaterstaat en haar aannemerscombinatie hoe de toegankelijkheid voor recreatief gebruik van de dijk zo veel als mogelijk geborgd kan worden . Wij zien daarvoor vooral ook aanknopingspunten binnen de contracteisen van de aannemer. Dat valt dus buiten de directe scope van het Projectplan en daarmee de toets van de ILT.

We focussen ons dus op punt 1 Urn 3 en de algemene inleiding met dus mogelijk alsnog aandacht voor punt 4 Rozewerf – Heuvel op basis van de bevindingen van de ILT zelf.

De essentie van de toets van het dijkontwerp op het Projectplan en daarmee dit handhavingsverzoek staat hieronder nader beschreven. We maken een en ander expliciet aan de hand van citaten uit het vastgestelde Projectplan. Om onderlinge verbanden, gelopen proces en inhoud goed te begrijpen blijft de tekst in bijgaande mail van 21 mei 2022 belangrijk en daarmee onderdeel van dit handhavingsverzoek. Waar nodig en gewenst kunnen we de bij deze mail behorende bijlagen later alsnog verstrekken. 

Waar is de ontwerpruimte in het projectplan gekaderd?

Vanwege de contractvorm UAV-Gc ligt er een ontwerpverantwoordelijkheid bij de aannemer. Die moet natuurlijk voldoende ontwerpruimte krijgen om onderscheidend te kunnen zijn. Met dat uitgangspunt zijn we het uiteraard eens, maar dat betekent niet dat er in het Projectplan geen grenzen aan deze ontwerpruimte worden gesteld.

Hieronder volgen een aantal relevante citaten uit het Projectplan. Dit plan maakt onderdeel uit van het Goedkeuringsbesluit Projectplan Waterwet Dijkversterking Marken van Provincie Noord-Holland (kenmerk 1392625/1411047):

Blz. 8:
“De beschrijving van het project is in deze fase indicatief op basis van het referentieontwerp. Na gunning vindt een nadere integrale uitwerking van het ontwerp plaats. Pas dan wordt de exacte ligging van de dijk definitief duidelijk.

Blz. 9:
“De motivering voor deze insteek van het Projectplan is dat op deze wijze enerzijds voldoende rechtszekerheid wordt geboden voor de direct belanghebbenden over de ingreep en de effecten daarvan en dat anderzijds de mogelijkheid blijft bestaan om het ontwerp en de uitvoering daarvan te optimaliseren (minder effecten, minder kosten) op basis van de gegevens uit het nadere grondonderzoek en de expertise van de uitvoerende marktpartijen.

Blz. 14:
“De hieronder aangegeven maatvoering per kade is indicatief. Op basis van de nadere uitwerking van het ontwerp voor realisatie kunnen deze maten veranderen.

Blz. 39:
“De te verwachten wijze van uitvoering is in hoofdlijnen beschreven. Deze moet als richtinggevend worden beschouwd. Rijkswaterstaat contracteert de uitvoerende marktpartij met een Design & Construct-contract (D&C) en laat daarmee de uiteindelijke wijze van uitvoering bepalen door de uitvoerende marktpartij, omdat deze vanuit zijn kennis en ervaring het beste een kostenefficiënte uitvoeringswijze kan ontwikkelen.”

In aanvulling op het citaat van blz. 39 is vrijheid van wijze van uitvoering natuurlijk wat anders dan vrijheid om de ontwerpkaders zoals beschreven in het Projectplan te mogen overschrijden. Dat is uiteraard niet toegestaan. Bij volharden daarin komt dit in aanmerking voor handhaving.

Op hoofdlijnen zijn via het referentieontwerp sowieso zaken gekaderd. Denk dan aan de maximale afstand van buitendijks versterken, binnen welke hellingshoeken de taluds begrenst zijn en natuurlijk dat buitendijks geen binnendijks versterken mag worden. Daar zijn we het over eens. Belangrijk is nu vast te stellen tot hoever de ontwerpruimte in het Projectplan is gekaderd en tot welk detailniveau?

In dat verband zijn wij van mening dat het naar verwachting niet goed is gegaan in de aanbestedingsfase. Enerzijds lijkt het Projectplan niet goed vertaald naar de contract- en systeemeisen. Anderzijds lijkt het tenderontwerp onvoldoende getoetst waardoor Rijkswaterstaat nu niet meer terug kan. Dat onvoldoende toetsen is wellicht ingegeven door het feit dat er maar vier inschrijvers waren. Dat was ook het aantal waar Rijkswaterstaat verder mee wilde in het kader van de concurrentiegerichte dialoog. Op basis van diverse citaten uit het Projectplan onderbouwen wij hieronder bij punt 1 tot en met 3 waar Rijkswaterstaat afwijkt. Daar betrekken we natuurlijk graag de intentie van het Projectplan bij aan de hand van onder meer bestuurlijke besluitvorming in 2018 en diverse bewoners- en projectcommunicatie waaronder film . Omdat de IL T zich uitsluitend richt op wat er daadwerkelijk in het Projectplan en haar bijlagen staat zullen we de aantoonbare onderliggende intentie in dit handhavingsverzoek buiten beschouwing laten. Maar weet dat die er wel degelijk is.

1) Citaten uit het Projectplan m.b.t. buitenwaarts versterken en realiseren binnenberm
1A) beoogd afgraven bestaande kade t.o.v. nu bouwen op bestaande kade

Blz. 13:
Wat gebeurt er met de bestaande kade?
Bij/na de aanleg van de nieuwe kade wordt de bestaande kade verwijderd. Daarbij wordt afgegraven tot indicatief 80 cm onder het maaiveld van de nieuwe binnenberm. Vervolgens wordt dit weer aangevuld met een kleilaag ten behoeve van voldoende stabiliteit van de binnenberm.

Figuur 2.2 Verwijdere.n van de bestaande kade

Materiaal van de bestaande kade wordt zo veel mogelijk hergebruikt in de nieuwe kade. Voor het afgraven van de bestaande kade zal nader archeologisch onderzoek plaats vinden om meer kennis te vergaren over de wijze waarop de kade in de loop van de vorige eeuw is opgebouwd.

Blz. 38:
Voor het behoud van het historisch landschap vormt het opgestelde Kader Ruimtelijke Kwaliteit de basis. Hierin is onder meer de voor Marken kenmerkende openheid vastgelegd. Dit is in het ontwerp als uitgangspunt gehanteerd. Dit betekent niet dal alles wat nu waardevol is behouden kan blijven; een nieuwe dijk is noodzakelijk en de oude dijk wordt grotendeels verwijderd. Wel is het ontwerp in hoge mate gebaseerd op de uitgangspunten voor ruimtelijke kwaliteit, waardoor de historische context van het landschap (het kleine eiland dat zich aanpast aan de omstandigheden van het water) behouden blijft. Binnen het realisatiecontract is dit uitgewerkt in een Esthetisch Programma van Eisen.

Blz. 39:
De stabîliteit van de bestaande waterkering mag als gevolg van de werkzaamheden niet worden aangetast. Indien een nieuwe kade gerealiseerd is kan de bestaande kade worden verwijderd. De waterveiligheid van Marken moet daarbij altijd geborgd zijn.

Standpunt Eilandraad:

Op basis van bovenstaande citaten mogen we er dus vanuit gaan dat er eerst buitendijks een dijk wordt aangelegd tegen de bestaande dijk en dus niet zoals nu uit het ontwerp van de aannemerscombinatie blijkt de nieuwe dijk vooral Q.Q de bestaande dijk wordt aangelegd.

1 B) beoogd afwijken van enkele meters t.o.v. nu veel meer dan dat
Blz. 8:
De Westkade wordt vanwege randvoorwaarden vanuit de natuurwetgeving (Habitatrichtlijngebied, minimaal ruimtebeslag) versterkt aansluitend aan de bestaande kade. Hierbij zal de uiteindelijke ligging maximaal enkele meters afwijken van wat in dit Projectplan is aangegeven, binnen de in de Projectplan aangegeven randvoorwaarden.

Blz. 14:
Westkade
De Westkade wordt buitenwaarts versterkt. De maximale buitenwaartse uitbreiding op de onderwaterbodem (de ligging van de buitenteen) is 25 meter vanaf de huidige buitenteen.

De Westkade krijgt een indicatief dwarsprofiel zoals aangegeven in figuur 2.3 en een ligging zoals aangegeven in figuur 2.4.

Figuur 2.3 Doorsnede Westkade

Hierbij behoren de volgende indicatieve dimensies:
• kruinhoogte: 2,14m+NAP ten zuiden van de haven; 1.97m+NAP ten noorden van
de haven;
• binnenberm: 14 m;
• talud/kruin/talud: 14 m;
• verschuiving kruin ten opzichte van huidig: 15 m;
• verschuiving buitenteen ten opzjchte van huidige buitenteen: max 25 m.

Blz. 16:
Zuidkade

Figuur 2.5 Dwarsprofiel Zuidkade, CDmpact profiel

Hierbij behoren de volgende indicatieve dimensies:
• kruinhoogte: 2,37 m+ NAP;
• binnenberm: 15 m;
• talud/kruin/talud: 15 m;
• verschuiving kruin ten opzichte van huidig: 20 m;
• verschuiving buitenteen ten opzichte van huidige buitenteen: 25 m.

Standpunt Eilandraad:

De indicatieve verschuiving kruin Westkade van 15 meter en Zuidkade van 20 meter is in het voorlopig ontwerp van de aannemerscombinatie 6 meter. Dat is natuurlijk een veel grotere afwijking dan enkele meters verschil.

2) Citaten uit het Projectplan m.b.t. onder meer hoogtes, golfoverslag en zetting

Hoogteopgave t.o.v. minimaliseren hoogte (kosten, C02 en grondstoffen)

Blz. 13:
2.4 De hoogte en ligging van de dijk
De hoogte van de dijk is bepaald op basis van de vastgestelde hydraulische randvoorwaarden. Per dijkvak is een bepalende situatie van waterstand en windkracht en – richting vastgesteld waarbij de dijk maximaal wordt belast. Dit is toegelicht In de Ontwerpnota1 . Een andere bepalende factor voor de hoogte is de maximale hoeveelheid (debiet) toelaatbare wateroverslag. Deze is op basis van de analyses in de Verkenningsfase vastgesteld op 5 1/m/s. Dit betekent dat er in de maatgevende maximale storm (1/830 jaar) per meter dijk 5 liter water per seconde over de dijk kan slaan.

De in dit Projectplan aangegeven kruinhoogtes zijn indicatieve ontwerp-hoogtes. Afwijking van deze hoogtes is mogelijk, mits aan de randvoorwaarden uit paragraaf 2.2 en 2.3 is voldaan.

Blz. 26:
Op basis van de herbeoordeling is de volgende versterkingsopgave vastgesteld. De Westkade heeft een hoogtetekort van circa 50 cm en een duidelijke opgave ten aanzien van de sterkte van delen van de steenbekleding en een geringe opgave ten aanzien van de binnenwaartse macrostabiliteit. Daarnaast ligt er een beheer- en onderhoudsopgave op de overige delen van de steenbekleding, het binnentalud en het fietspad.

De Zuidkade heeft een hoogtetekort van meer dan 50 cm, over de hele lengte een aanzienlijk stabiliteitstekort en een opgave op de steenbekleding. Daarnaast spelen ook hier beheer- en onderhoudsopgaven.

Standpunt Eilandraad:
Op basis van de bestaande hoogtes van de West- en Zuidkade (1,45 men 1,60 m +NAP) komt de aannemer met slechts 20 cm ophoging terwijl de hoogteopgave conform het Projectplan minimaal 50 cm is. Toepassen van stortsteen op het buitentalud om de hoogte verlagen is volgens het Projectplan niet toegestaan en daarom is 50 cm de ondergrens.

3) Citaat uit het Projectplan m.b.t. de buitenbekleding
Ruimtelijke kwaliteit staat stortsteen op het buitentalud niet toe

Blz. 12:
Op basis van het Kader Ruimtelijke Kwaliteit is het buiten talud van zetsteen (met lokaal hergebruik van het basalt in de bestaande kade) en is het binnentalud bekleed met (kruidenrijk) gras.

Standpunt Eilandraad:
Vanwege het op basis van het EPVE, zijnde geen onderdeel van het Projectplan , rekenen met en toepassen van stortsteen op het buitentalud gaat het nu twee keer mis. Qua ruimtelijke kwaliteit gaat het mis omdat het buitentalud niet past bij het gewenste aansluiten bij de oorspronkelijke cultuur-historische waarde van de omringdijk van Marken. Qua veil igheid gaat het mis omdat de dijk op basis van de dan lagere golfoploop te laag wordt ontworpen en daarmee niet voldoet aan de hoogteopgave. Los van de hoogteopgave is ook de vraag of de berekende ruwheid van het stortsteen behouden blijft. Daarvoor is intensief onderhoud nodig wat zowel (arbo)technisch als budgettair een uitdaging wordt. Faalt dit onderhoud dan wordt op termijn ook niet voldaan aan de berekende golfoploop en daarmee de maximale overslag norm van 5 I/m/s.

Nadere informatie en contactpersoon Eilandraad

Wij gaan ervan uit dat u op basis van dit handhavingsverzoek voldoende informatie van onze kant heeft om uw oordeel te vormen .over het al of niet overgaan tot handhaving. Verder zijn wij ons ervan bewust dat u zelf nog de ontwerpgegevens van de aannemer bij Rijkswaterstaat moet opvragen en uiteraard tijd moet reserveren voor een formele reactie van Rijkswaterstaat. Wij hopen, gezien de toenemende urgentie, dat u dit lukt binnen de formele behandeltermijn van 8 weken.

Mocht u toch nog vragen aan ons hebben neem dan contact op met onze adviseur Jaap Boes. Hij is bereikbaar via 06-13972407 en jaapboes@hetnet.nl.

Gemeente Waterland ondersteunt dit handhavingsverzoek

Gemeente Waterland is zowel via Rijkswaterstaat als de Eilandraad nauw betrokken bij het dijkversterkingsproject. De Eilandraad is in het kader van burgerparticipatie sinds oktober 2007 betrokken. Na een bij nader inzien vervallen ontwerp ‘vierkant versterken’ in 2012 is er in 2013 en 2014, mede op initiatief van de toenmalige burgemeester, een pilot meerlaagsveiligheid uitgevoerd met de conclusie dat de opgave vooral binnen laag 1, de dijkversterking zelf, gezocht moest worden. Dat is vervolgens gedaan met als resultaat het breed gedragen Projectplan zoals definitief vastgesteld in 2020.

Op basis van onder meer dit alom geprezen participatietraject kan de gemeente Waterland, onder bestuurlijk verantwoordelijke portefeuillehouder burgemeester Marian van der Weele, ons handhavingsverzoek steunen. Zij stelt daarover het volgende: “Uw onafhankelijke en objectieve toetsing en afweging van het in dit handhavingsverzoek geduide verschil van inzicht tussen Rijkswaterstaat en de werkgroep Dijkversterking Eilandraad Marken, kan een doorbraak betekenen in deze lang gevoerde discussie. De uitkomst biedt de Marker bevolking houvast in het vertrouwen dat de toekomstige dijk aan het Projectplan Waterwet voldoet of gaat voldoen. Op dit Projectplan hebben zij immers hun zienswijze gebaseerd. Ook Rijkswaterstaat kan na uw uitspraak verder in goede afstemming met de werkgroep.”

Previous Vervolg handhavingsverzoek ILT over ontwerp dijkversterking Marken

Leave Your Comment

Secretariaat
Buurt III nr. 20 1156 BE Marken

Overige info

KvK. Nummer : 37094663 
RSIN/fiscaalnummer: 8157.69.301
IBAN: NL14 RABO0310759188

Copyright © 2024 Eilandraad Marken. Privacyverklaring. Ontwerp: Silvana Herrebout